V. Nederlandsche Taal. A. TAALKUNDE EN WOORDENBOEKEN. • W. J. A. JONCKBLOET, Over wetenschappelijke beoefening der Nederlandsche taal. Redevoering. Devent. 1848. 8°. M. DE VRIES, De heerschappij over de taal, het beginsel der welsprekendheid. Redevoering. Gron. 1850. 8°. В. Н. De Nederlandsche taalkunde in haren aard en hare strekking. Redevoering. Haarl. 1853. 8°. В. Н. Het ware liberalisme in de Nederlandsche spraakkunst. (Voorgedragen in de vergadering van het 7o Taal- en Letterkundig Congres, te Brugge, 8 Sept. 1862.) 8°. В. Н. De Nederlandsche taalkunde beschouwd in hare vroegere geschiedenis, tegenwoordige toestand en eischen voor de toekomst. Eene voorlezing. Haarl. 1859. 8°. В. Н. J. H. HALBERTSMA, De Lexicografie van het Nederlandsch in de XVIde eeuw. Losse aanmerkingen bij gelegenheid ener redevoering over dat onderwerp op het zevende Nederlandsch Tael-Congres, te Brugge, in September 1862. Brugge 1863. 8°. В. Н. A. TEN BROECKE HOEKSTRA, Nuttigheid van de taalkennis der middeleeuwen, alsmede van die der oude Vriesen. (Overdruk uit de Konst- en Letterbode.) 8°. В. Н. A. DE JAGER, Over het taalkundig belang van sommige Vlaamsche schrijvers der 17o eeuw. (Overdruk uit De Toekomst.) Antw. 1868. 8°. B. H. H. J. KOENEN, Over de verdiensten van Bilderdijk ten aanzien van de beoefening onzer taal. Redevoering. 's Hertogenb. 1860. 8°. В. Н. M. ROOSES, De Nederlandsche Taalcongressen. Antw. z. j. 8°. Taalkundig Magazijn, of gemengde bijdragen tot de kennis der Nederduitsche taal; bijeenverzameld door A. DE JAGER. Rott. 1835-42.4 dln. 8°. Magazijn van Nederlandsche taalkunde. Tijdschrift ter praktische beoefening der Nederlandsche taal. 2o 6o jaargang. 's Grav. 1848-52. 8°. De 4e jaargang dubbel in de plaats van de le, die ontbreekt. Nieuw Nederlandsch Taalmagazijn. Tijdschrift voor de werkdadige beoefening, vergelijking en veredeling onzer moedertaal; verzameld door L. A. TE WINKEL. 's Grav. 1853-57.4 Jaargangen. 8°. A. DE JAGER, Nieuw Archief voor de Nederlandsche taalkunde. De Nederlandsche Taal. Tijdschrift ter bevordering van Nederlandsche Taalkunde, voor beoefenaars der taal. Gron. 1856-58. 3 jaargangen. 8°. В. Н. De Taalgids. Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederlandsche taal, onder redactie van A. DE JAGER en L. A. TE WINKEL. Utr. 1859-67.9 jaargangen. 8°. De Taal- en Letterbode, onder redactie van E. VERWIJS en P. J. COSIJN, met medewerking van A. BOGAERS, J. TEN BRINK, A. DE JAGER, H. KERN, J. VAN VLOTEN, M. DE VRIES en andere Taal- en Letterkundigen. Haarl. 1870. 1o jaarg. 8°. F. BURMAN, Eenige aanmerkingen, de Nederduitsche taal en verscheidene oudheden aengaende. Utr. 1768. 2 dln. 8°. В. Н. W. BILDERDIJK, Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden. Rott. 1820-23.4 dln. 8°. Nieuwe Taal- en Dichtk. Verscheidenheden. Ald. 1824-25.4 dln. 8°. A. DE JAGER, Verscheidenheden uit het gebied der Nederduitsche Taalkunde. Devent. 1844. 8°. В. Н. Latere verscheidenheden uit het gebied der Neder- duitsche Taalkunde. Devent. 1859. 8°. J. D. MEYER, Verhandelingen in geleerde genootschappen. 's Grav. 1844-46.2 dln. 8°. Een band in 8°. met de volgende stukken van: J. A. ALBERDINGK THIJM, Verbuiging van lid- en voornaamwoord in den derden naamval van het vrouwelijk meervoud. (Overdruk uit het Archief voor Ned. Taalkunde.) Verscheidenheden uit het gebied der Nederduitsche Taalkunde, door A. de Jager. Devent. 1844. (Beoordeeling; overdruk.) Proeven van litterarische kritiek. (Overdruk uit het Algemeen Letterl. Maandschr. No. 4, 1847.) Antikritiek. Aan den heere Mr. J. van Lennep. Amst. 2 Maart 1847. (Overdruk.) Aanmerkingen op de Antikritiek van Dr. J. G. Ottema, betreffende de beoordeeling zijner uitgave van O. Horatii Flacci Epistola ad Pisones, geplaatst in het Algem. Letterl. Maandschr., 1847. Over uitspraak en samenstel der woorden in -sch. (Overdruk uit het Algem. Letterl. Maandschr. 1848.) Antikritiek. Een woord over den Heer A. de Jager. (Overdruk als boven.) Beatrijs: eene Legende. Voorkomende in het tijdschrift De Glimworm. Uitgegeven tot spanning en verpoozing van den geest en ter verspreiding van algemeene kennis onder beiderlei kunne. 1845. N°. 3. De Giftbrief van Koning Karel aan zijn getrouwen Diederik, het voetstuk der historie van onzen staat, in eenige zijner deelen beschouwd en verklaard. Amst. 1849. Een onbegrijpelijk sonnet. (Overdruk uit het Algem. Letterl. Maandschr. 1849.) Hollandsche Spraakleer door W. G. Brill. Leid. 1846. (Beoordeeling en overdruk als boven.) Geschiedenis des Vaderlands door Mr. W. Bilderdijk; uitgeg. door Prof. H. W. Tydeman. 13 dl. 1o st. Amst. 1851. (Beoordeeling en overdruk uit de Vaderl. Letteroeff. I, 1853.) Een brief aan Dr. J. Nolet de Brauwere van Steeland te Brussel. (Overdruk uit de Catholiek.) Geschiedbeoefening. Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren. 1853. 18o jaarg. (Beoordeeling en overdruk uit de Gids, I, 1854.) Levensbericht van Victor Hubert Delecourt (van den Hove). 1854. (Overdruk uit de Hand. der Maatsch, van Ned. Letterk.) Aan den heere Redakteur van de "Eendragt." (Over Jan van Boendale.) Johannes Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de 15o eeuw, grootendeels volgens handschriften geschetst door W. Moll. 2o deel. Amst. 1854. (Beoordeeling en overdruk uit de Tijd, Noord-Holl. Courant. 8 Julij 1854.) Retraite et mort de Charles-Quint au monastère de Yuste. Lettres inédites publiées d'après les originaux conservés dans les archives royales de Simancas; par M. Gachard. Gand et Leipz. 1854. (Beoordeeling en overdruk uit de Tijd, Noord-Holl. Courant, 20 Julij 1854.) Die Lieder von der neuen Tafelrunde, von Carl Hugo Rössler. Prag en Leipz. 1854. (Beoordeeling en overdruk als boven, 1 Aug. 1854.) Tentoonstelling van Oudheden, onder den naam van Tentoonstelling van voorwerpen van kunst en smaak. Vondels werken, uitgegeven door Mr. J. van Lennep. 8°-28° Afl. (Beoordeeling en overdruk uit de Tijd, N.-Holl. Courant, 12, 13, 14 Sept. 1854.) Gewijde Kunst ter Amsterdamsche Tentoonstelling. (Overdruk als boven, 29 Sept. 1854.) . Hindeloper Vrouwenkleeding door Dr. J. H. Halbertsma. Een woord van inleiding. (Overdruk uit de Dietsche Warande.) Claegh-ende Vraegh-liedt, inde heylighe Vryheyd der Knoedelpoesye ghemaeckt, gherijmt ende ghepast op eenen sijns weghes bysteren gidse, door Egbertum Wilhelmum Negovagum tot Sterckenborch, Nummeroldt ende Duyvenweert. Ghedruckt tot Aemstelredamme, in den Bergh Thabor op 't Cingel by der Beulingh-sluyse, 1860. (Verbeterde overdruk uit de Dietsche Warande.) Henrick Vrowenlop. (Overdruk uit de Kunstkronijk.) Een woord voor den Heer A. Ising en de zijnen. (Overdruk uit de Dietsche Warande.) В. Н. De meeste dezer stukken zijn voorzien met de naamteekening des schrijvers, als kenmerk van present-exemplaren aan J. H. Halbertsma. A. YPEY, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche Tale. Utr, en Gron. 1812-32. 2 dln. 8°. J. BOSWORTH, The origin of the Dutch, with a sketch of their language and literature, and short examples, tracing the progress of the language. Lond. 1836. Roy. 8°. B. H. De origin of the Dutch; with a sketch of their language and literature, and short examples, tracing the progress of their tongue, and its dialects: also a map of European languages. 24. ed. Lond. 1844. Roy. 8°. Geschenk van den Schrijver aan J. H. Halbertsma. В. Н. Aanmerkingen over den oorsprong en verderen voortgang der Nederduitsche taale. Franek. 1780. 8°. В. Н. Waarschijnlijk is Prof. E. Wassenbergh hiervan de schrijver. J. F. WILLEMS, De la langue Belgique. Lettre à M. Sylvain van de Weyer. Brux. 1829. 12°. B. B. F. A. SNELLAERT, De la position de la langue Flamande en Belgique. (Extrait des Bulletins de l'Académie royale de Belgique, 2a série, tome XVII, No. 6.) 8°. В. Н. A. VAN DER MILIUS, Lingua Belgica, sive de linguae illius communitate tum cum plerisque aliis, tum presertim cum Latina, Graeca, Persica; deque communitatis illius causis; tum de Linguae illius origine et latissima per nationes quamplurimas diffusione; ut et de ejus prestantia. Lugd. Bat. 1612. 4°. B. H. Met eene aanteekening van J. H. Halbertsma op het schutblad en eenige kantteekeningen. (L. TEN KATE, Hz.) Gemeenschap tussen de Gottische Spraeke en de Nederduytsche, tot ophelderinge van den ouden grond van 't Belgisch. Amst. 1710. 4°. Vóórin staat geschreven: Gekocht op de verkooping van een bij de ramp CAR. TUINMAN, Fakkel der Nederduitsche Taale. Leyd. 1722. 4°. Na 's mans doot, met een voorrede uitgeg. door J. H. JUNGIUS. P. LEBROCQUY, Analogies linguistiques. Du Flamand dans ses rap- F. A. SNELLAERT, Rapport sur deux mémoires envoyés au concours de 1857, en réponse à la question suivante; Constater les analogies |